Soms blijft een les zich herhalen. Dit keer was het raak met mijn OV-chipkaart. Bij het uitstappen in Breukelen gisteren zat mijn OV-chipkaart niet in het ‘vaste’ vakje van mijn portemonnaie. Ik voelde al nattigheid, echter ging nog rustig overal kijken. Tevergeefs. Ik mocht gelukkig wel door het poortje zonder kaart. Daarna volgt de ‘nasleep’: het bellen, het blokkeren, de tip ‘doe het niet, bel morgen gevonden voorwerpen’ etc. En ja hoor. Vandaag gebeld en gevonden. Gewoon op Amsterdam CS, mijn vertrekpunt. Ik had de kaart weggelegd, namelijk in mijn jaszak, en deze is -denk ik- bij het pakken van mijn telefoon eruit gevallen. Wijze les weer. Dingen terugleggen, niet wegleggen. We kennen deze les allemaal: van de sleutels, de paraplus en, zoals ik begreep van de ‘gevonden voorwerpen’ man, laptops, telefoons e.d.waarvan vele niet worden opgehaald. Het gaat ook om ‘waar was je met je gedachten’ als je dit verliest. Het heeft met aanwezigheid én een handeling afmaken en afronden te maken. Rond als in: terug naar het beginpunt. Ik neem het woord ‘gestolen’ nu minder in de mond, maar meer ‘verloren’ of ‘tijdelijk zoek’. Want er blijken nog vele mensen te zijn die het cirkeltje voor ons wél rond maken en braaf de tijd nemen om onze spullen terug te brengen in afwachting van de eigenaar.
top of page
bottom of page
Comments