top of page

Elke dag verwonder ik mij over de wereld om me heen. Dat heb ik altijd al gedaan vanaf toen ik kind was. Soms verwoord ik dat in een blog, zoals hier. 

Zoeken
  • Foto van schrijverCaroline Reineke

Wat is dat toch dat we zo graag willen helpen? Deze vraag houdt me al een tijdje bezig. Veel hulp is namelijk ongevraagd. Dan schieten we in de Reddersrol. Dat impliceert dat er mensen zijn die gered moeten worden. Dat is een forse aanname. Want willen die mensen dat zelf? Vragen ze erom? Afgelopen week hoorde ik een (h)eerlijk antwoord hierop van een klant. Ze had afgesproken met een paar vriendinnen van vroeger. Vrouwen die elkaar door en door kennen. Iemand deelde iets, waarop de ander meteen met adviezen kwam hoe ze er het beste mee om kon gaan. Degene, die iets over haar sores had gedeeld, liet er geen gras over groeien en maakte met één zin helder waar ze niet van gediend was: ‘Even voor de duidelijkheid, ik heb géén hulpvraag.’ Einde verhaal. Prachtig. Waarom? Omdat we vaak vergeten de ander te vragen naar de hulpvraag of op z’n minst te vragen: ‘kan ik je ergens mee van dienst zijn?’ En dan echt de ander de ruimte te laten om daar zelf antwoord op te geven. Dit is nog niet het antwoord op mijn vraag: waarom willen we zo graag helpen? Wie kan me daarbij helpen?



  • Foto van schrijverCaroline Reineke

Bijgewerkt op: 30 jan. 2020

Nietsvermoedend zat ik in de trein op weg naar Den Haag vanuit Amsterdam. Bij Heemstede werden we door de conducteur gemaand om uit de trein te stappen. Het verzoek kwam van de machinist, maar die wist niet wat er aan de hand was. We konden beter teruggaan naar Haarlem. Volgzaam als we allemaal waren, zaten we inderdaad allemaal in een trein terug naar Haarlem. Daar bleek toch nog een intercity te staan die wél naar Den Haag ging. De plaatselijke conducteur wist ook nog van niks en toen opeens gebeurde het. Een man ging helemaal uit zijn dak en begon zeer geërgerd hem toe te spreken. Dat er wel treinen rijden, dat we voor niets terug naar Haarlem waren gegaan. Dat we een eerdere trein hadden kunnen pakken vanaf Heemstede. Kortom, iedereen had het verkeerd gedaan, want het had niet zo hoeven lopen. Iemand heeft mij ooit eens de wijze les geleerd. Het loopt niet verkeerd, het loopt even anders. En die heb ik hier ook kunnen toepassen. Ik kwam in de trein terug naar Haarlem namelijk iemand tegen die ik een tijd niet had gezien. Ik riep door de meute heen: ‘Volgens mij hebben wíj een date nu.’ En lachend stapten we later alsnog de trein naar Den Haag in en konden in alle rust bijpraten. Misschien is de spreuk wel: het loopt zoals het loopt. Blijf meelopen met de beweging.



  • Foto van schrijverCaroline Reineke

Deze dagen rondom Kerst en Oud/Nieuw is voor velen een moment van stil staan en reflecteren op onszelf, het leven en wij in dat leven. Althans daar nodigt deze periode toe uit. Ik hoor en lees de laatste tijd veel over zingeving - juist tijdens deze Kerstdagen. We zouden deze zingeving kwijt zijn vanwege het wegvallen van een aantal pilaren zoals de kerk, het dorp en de familie - plekken van verbinding, saamhorigheid en zingeving. Zijn we het echt ‘kwijt’ of worden we uitgenodigd tot iets anders, een andere nabijheid? Ik heb deze dagen ervaren dat deze zingeving binnen handbereik is. De middag van Kerstavond ben ik met een kleinigheid langs een aantal buren gegaan die ik al jaren van gezicht, ‘hallo’ en korte praatjes ken. Verrast en verblijd nodigden diversen me uit om binnen te komen. Ik besloot om overal Ja tegen zeggen. Ik heb zo met vier buren gezeten, het leven doorgenomen en bijzonder plezierige gesprekken gehad. De een sprak met mij over hoe vanzelfsprekend vriendelijkheid voor haar was: iedereen toelachen, gedag zeggen en een kort praatje maken. ‘Maar dat gaat vanzelf. Dat ‘kost’ me niets. Echt waar.’ met een onvervalste Jordanese tongval. Zo ken ik haar ook. Een echte verbinder. Ik noem haar de grootmoeder van alle kinderen uit de buurt. Mijn andere buurvrouw sprak met mij over hoe belangrijk het is om te genieten van de kleine dingen in het leven. ‘Er is zoveel moois om ons heen. Het is maar waar je de aandacht op legt.’ Ze was niet gecharmeerd van mensen die alleen maar klaagden over alles en iedereen en dat de wereld verdoemd is. ‘Daar kan ik echt niets mee. Als mensen daarover binnen mijn eigen vier muren beginnen, zeg ik: dit is een 33 vierkante meter Vredeszone.’ Ik moest glimlachen, zeker toen ze vertelde dat de gesprekken dan een andere wending krijgen. Het gaat meteen over... wat is er wel of neutraler gezegd: wat is er ook is. Zo verliepen alle vier gesprekken in eenzelfde liefdevol samenzijn delend over wat ons bezig houdt. Ik kwam tot een bescheiden conclusie: we zijn zelf het knooppunt van en de brug tot verbinding en zingeving om zo een gevoel van saamhorigheid te ervaren met elkaar. Dat zit hem in dat ene gebaar. Niet groots en meeslepend maar buiten-gewoon: een glimlach, een vriendelijke begroeting, elkaar in de ogen kijken, elkaar even écht zien. Allemaal binnen handbereik. Als we daar allemaal vandaag me beginnen dan is dat hemel op aarde en in de mensen een welbehagen. Kortom zingeving vanuit liefdevole verbindingen. Jij en ik. Simpel. Dat begint met één persoon, iemand die uitnodigt tot verbinding. Waarom zelf niet die ene persoon zijn?




bottom of page