top of page

Elke dag verwonder ik mij over de wereld om me heen. Dat heb ik altijd al gedaan vanaf toen ik kind was. Soms verwoord ik dat in een blog, zoals hier. 

Zoeken
  • Foto van schrijverCaroline Reineke

Afgelopen week hoorde ik het voor het eerst: ‘Zoom-Fatigue’. Waar een ieder ook mee werkt, velen van ons zijn moe van het eindeloos in gesprek zijn met elkaar via schermen. Wat ik de afgelopen weken ook heb gehoord, is dat velen het échte contact missen. Elkaar fysiek zien in plaats van met een 2-dimensionaal scherm ertussen. Maar wat missen we precies? En waarom worden we er ook zo moe van? Een van de oorzaken is oogcontact. Het elkaar in de ogen kijken blijkt de spiegelneuronen te activeren wat weer leidt tot een gevoel van verbinding. Deze neuronen helpen om elkaar te begrijpen en elkaar goed waar te nemen lees ik ergens. Wil dit nu net lastig zijn. Wil ik jou in de ogen kijken via het beeldscherm dan moet ik in mijn camera kijken. En kennelijk krijgen we ook via de gezichtsspieren van de ander veel mee. Niet echt verbindend dus al dat scherm-bellen. Dus een pleidooi voor 'terug naar kantoor'? Mmmm... hoe zeer kijken we elkaar bij fysieke nabijheid ook echt in de ogen? Dat schijnt ook tegen te vallen en…. de moeite waard ondanks het initiële ongemak. Dat is nog eens teambuildend. Zie dit experiment - de vier minuten kijken waard.





  • Foto van schrijverCaroline Reineke

We zijn inmiddels allemaal gewend aan het ‘online-werken & overleggen’ - met zin of gezonde tegenzin. We komen er niet omheen, dus ook niet om het ‘technische’ deel van thuiswerken. In deze Corona-tijd had ik gister én vandaag mijn eerste ‘uitdaging’ met de techniek. ’Nu pas? Geluksvogel!’ hoor ik je denken. Gister stond tijdens een online-coaching het beeld stil me, het geluid viel uit met de mededeling ‘slechte verbinding’. Na enig wachten mailde ik haar: ‘Laten we switchen van Skype naar Zoom’. Weer wachten. Ik bleek helemaal geen internet/wifi meer te hebben, dus mijn mail was ook niet verstuurd. Uiteindelijk zijn we per telefoon verder gegaan. En tja, wat doe je dan? Hoofd ICT (ik, Miss Dummie) deed de basisstappen (kabel in & uit, storing in de buurt? Nee) en ‘het zal morgen wel weer werken‘ (nee). Lang verhaal kort: met behulp van een ICT-vriend vanochtend heb ik de wifi gelukkig weer aan de praat gekregen. Net op tijd, want ik ging samen met een klant oefenen met hun programma voor externe gasten. Ik heb inmiddels al licenties voor Zoom en Microsoft Teams, maar niet voor hun Cisco Web-ex. Ik was vast besloten om de Webinar voor zijn bedrijf zonder technische problemen te kunnen geven. Dat heb ik al een keer ervaren en dat levert frustraties op en een matige start. Alles leek voortvarend te gaan: de gratis app gedownload van tevoren, de Test-meeting geaccepteerd en….. zowel hij als ik kwamen er maar niet in. Twee uur, acht overlegverzoekjes en….een licentie voor Web-ex verder lukte het. En ja, dan komt er een kleine ontlading, kinderlijke blijheid los en is er ruimte voor gekkigheid om het programma te leren kennen.


Ik heb diep respect en bewondering voor iedereen die hier regelmatig -kort of lang- mee geconfronteerd wordt, zeker als je geen kaas hebt gegeten van techniek. Genoeg uitdagingen. Volgens mij vraagt dit van ons allemaal om extra te kijken naar onze IT-thuis-situatie, zeker voor diegenen van ons die wat nog langer structureel thuis blijven. Ik google wat over de grote thema’s die aandacht vragen:

1. Capaciteitsproblemen door de grotere druk op VPN-verbindingen en applicaties met als gevolg trage of onstabiele verbindingen, niet afdoende bandbreedte of haperende VPN-verbindingen.

2. Beveiliging: meeluisteren met je vergadering e.d.

3. Apparatuur: bij de situatie passende hardware zoals laptops, smartphones inclusief de grote schermen, stoelen e.d.


Hoe is het bij jou/jullie? En wat zijn jouw bevindingen en tips? Ik heb in ieder geval geleerd wat mij te doen staat: een nieuwe router kopen (verouderd), Ziggo bellen voor meer bandbreedte en mijn wachtwoorden nog maar eens veranderen. En accepteren dat ik wat meer licenties heb moeten inkopen, maar vooral met deze ICT-vriend alles nog eens doorlopen....en hem even heel erg waarderen!












  • Foto van schrijverCaroline Reineke

Tijdens mijn ochtendwandeling zie ik kinderen uit hun ‘thuis-hol’ komen met rugzakjes aan. Blijdschap, vreugde en veel beweeglijkheid: terug naar school, de échte school. Deze kinderen zijn duidelijk ‘intrinsiek gemotiveerd’. Iets waar mijn vriend net aan het ontbijt iets over deelde uit het boek van Bregman ‘Mensen deugen’. Dat we dat uiteindelijk zouden zijn. Ik krijg nog de voorbeelden vanavond, maar volgens mij hoeft dat niet. Na zoveel weken allemaal massaal in lockdown te hebben geleefd, geleerd en gewerkt, hebben we op de huid onze eigen wijsheden kunnen vergaren. We moesten het immers van onze eigen motivatie hebben op de vierkante meter. ‘Motivatie als drijfveer: wat brengt ons in beweging, leidt tot actie of zet aan tot handelen?’ Daar zijn al vele boeken en artikelen over geschreven. Iedereen wil hier meer over weten. Scholen met zijn leraren en leerlingen, organisaties met zijn managers en medewerkers en zzp’ers. Kortom wijzelf. ‘Motivatie is de energie waarmee we bewegen’, lees ik ergens, ‘en heel veel gaat onbewust, vanuit een automatisme’. Dus ‘welke energie beweegt mij?’ is een interessante dieperliggende startvraag om te onderzoeken. Dit doe ik regelmatig. Hoe werkt dat voor jou?


Wat mij daarbij helpt is mezelf als object van de studie te observeren en kijken wat het effect van hoe ik beweeg is op mij, mijn lichaam en handelingen in de dag. Is de energie die mij beweegt een van vreugde, lichtheid en eenvoud of zwaarte, haast en complicaties? Dat is voor mij een graadmeter: de kwaliteit van mijn bewegingen, letterlijk, door de dag heen. Dan kan ik mezelf stoppen als ik merk dat ik gestrest en vol ondermijnende gedachten rondloop. Dan heb ik een keuze. Mee doorgaan, mee stoppen en vanuit een andere energie bewegen. Ik denk dan aan het kind in mezelf – die wil misschien naar buiten, even een dansje doen of met een vriendje afspreken om te spelen. Wat dan ook, maar wat brengt lichtheid en speelsheid terug in mijn beweging. Dat helpt om wat ik te doen heb aan taak, actie of handeling om dit met meer ‘motivatie’ te doen. Dan rest alleen nog de vraag: waarom doe ik deze taak, actie of handeling? Of zoals kinderen wellicht na vandaag zich oprecht afvragen: waarom moet ik naar school? Dat is een interessante vraag voor een volgende blog.



bottom of page